graag Dutch - Latin

1.


2.

  • Dutchgraag, willens


3.

  • Dutchgeen problee, graag gedaan


4.


5.

  • Dutchhouden van, graag hebben, lusten, graag lusten, leuk vinden

  • Latinamo, diligo, probo, approbo


  • Dutchgraag hebben, graag zien, zich aangetrokken voelen tot, leuk vinden


6.

  • Dutchwelko, welkome, graag gezien

  • Latinvolens, acceptus, amicus


  • Dutchverwelkomen, graag ontvangen





English translator: Dutch Latin graag  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare