saada Dutch - Latin
1.
-
Dutchbeschimmelen
2.
-
Latinvernō
3.
-
Dutchervaren, vernemen, te weten komen, op de hoogte gesteld worden
-
Latindisco, scisco, rescisco, cognosco
-
Latincheckdiscere
4.
-
Dutchscoren
5.
-
Dutchuit het hoofd praten, afbrengen van, afraden
-
Latindissuādēre
6.
-
Dutchpromoveren, afstuderen
-
Latinqualifierlala
7.
-
Dutchvoltooien
8.
-
Dutchkrijgen
-
Latinpatio, pario
9.
-
Dutchklaarkomen, komen
-
Latineiaculare
10.
-
Dutchteweegbrengen, veroorzaken
-
Dutchbewerkstelligen, verwezenlijken, tot stand brengen
11.
-
Dutchdoen, ertoe brengen
-
Latinfacio, ago
12.
-
Latinlevationem ago
13.
-
Dutchconstateren, vaststellen
-
Latinscisco
14.
-
Dutchbereiken, realiseren
15.
-
Latinmulcō
16.
-
Dutchdoen, ertoe brengen
-
Latinfacio, ago
17.
-
Dutchervaren, vernemen, te weten komen, op de hoogte gesteld worden
-
Latindisco, scisco, rescisco, cognosco
-
Latincheckdiscere
18.
-
Dutchlouterend, lbevrijdend
19.
-
Dutchneeded
20.
-
Dutchontcijferen, verstaan, snappen
-
Dutchontcijferen, verstaan, snappen
21.
-
Dutchverbijsteren
22.
-
Dutchqualifiernl
23.
-
Dutchherkrijgen
24.
-
Dutchbatsen, van bil gaan
25.
-
Dutchvolbrengen
26.
-
Dutchoogsten
27.
-
Dutchbewerkstelligen
28.
29.
-
Dutchejaculeren
30.
-
Dutchveroorzaken
31.
32.
-
Dutchterugbrengen, terugkrijgen
33.
-
Dutchvan zijn stuk brengen, overstuur maken, verontrusten
34.
-
Dutchontlokken, oproepen
35.
-
Dutchkrijgen, ontvangen
-
Latinrecipiō, accipio
-
Dutchontvangen
36.
-
Dutchafdanken, afvloeien
37.
-
Dutchklaarkomen
38.
-
Dutchklaarkomen
39.
-
Dutchbewerkstelligen
40.
-
Dutchafronden
41.
-
Dutchnemen, pakken, halen
-
Latinimpetro, assequor, consequor
-
Dutchkrijgen, verkrijgen
-
Latinrecipio
-
Dutchdoen, laten
42.
-
Dutchnemen, pakken, halen
-
Latinimpetro, assequor, consequor
-
Dutchkrijgen, verkrijgen
-
Latinrecipio
-
Dutchdoen, laten
43.
-
Dutchnemen, pakken, halen
-
Latinimpetro, assequor, consequor
-
Dutchkrijgen, verkrijgen
-
Latinrecipio
-
Dutchdoen, laten
44.
-
Dutchvoortbrengen
-
Dutchcheckvoortbrengen
45.
-
Dutchvoortbrengen, genereren, scheppen, maken
46.
-
Dutchnemen, pakken, halen
-
Latinimpetro, assequor, consequor
-
Dutchkrijgen, verkrijgen
-
Latinrecipio
-
Dutchdoen, laten
English translator: Dutch Latin saada Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare