spreken Dutch - Japanese
1.
2.
-
Dutchcheckbrommen, checkeentonig spreken
-
Japanesecheck単調に話す
3.
-
Dutchpraten, spreken, overleggen
-
Japanese話す
4.
-
Japanese表現
5.
-
Dutch(bij) manier van spreken, (bij) wijze van spreken, stijlfiguur
-
Japanese言葉のあや文彩
6.
-
Dutchkwaad spreken,bekladden
7.
-
Dutchconverseren, spreken
-
Dutchbespreken
8.
-
Japanese表現
9.
-
Dutchconverseren, spreken
-
Dutchbespreken
10.
11.
-
Dutchcheckuitweiden, checkbreedvoerig spreken
English translator: Dutch Japanese spreken Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare