spreken Dutch - Catalan
1.
2.
-
Dutchcheckbrommen, checkeentonig spreken
3.
-
Catalanparlar, conversar
-
Dutchpraten, spreken, overleggen
4.
-
Catalanexpressió
5.
-
Dutch(bij) manier van spreken, (bij) wijze van spreken, stijlfiguur
6.
-
Dutchkwaad spreken,bekladden
7.
-
Dutchconverseren, spreken
-
Dutchbespreken
8.
-
Catalanexpressió
9.
-
Dutchconverseren, spreken
-
Dutchbespreken
10.
11.
-
Dutchcheckuitweiden, checkbreedvoerig spreken
English translator: Dutch Catalan spreken Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare