antaa Dutch - Japanese
1.
2.
-
Dutchaanklagen
3.
-
Japanese四球
4.
-
Dutchopgeven, prijsgeven, overgeven
5.
-
Dutchtoevertrouwen
6.
-
Dutchopdragen
7.
-
Dutchopgeven
8.
-
Dutchpromoveren
9.
10.
-
Dutchgeven, overhandigen
-
Japaneseあげるjaja
11.
-
Dutchvergeven, absolveren
12.
-
Dutchuitgeven, uitdelen, verdelen
13.
14.
-
Japanese許す
15.
-
Dutchnooit opgeven!, geef niet op!
-
Japaneseneeded
16.
-
Dutchbillenkoek
-
Japanese尻をたたく
17.
-
Japanese承認認可許可
18.
-
Dutchkom op, ko, kom aan
-
Japaneseさあねえがんばれ
19.
-
Dutchopdragen
20.
-
Dutchuitbetalen
21.
-
Dutcheen
22.
-
Japaneseほのめかす
23.
24.
-
Dutchkotsen
25.
26.
-
Dutchbelonen, verlenen, afstaan
-
Japanese譲る
27.
-
Dutchlaten, toestaan
-
Japaneseさせる
28.
-
Dutchvoorschieten
29.
-
Dutchtoekennen, schenken
30.
-
Dutchleef en laat leven
31.
-
Dutchdoen vermoeden, suggereren
32.
33.
-
Dutchuitsluiten, uitzonderen
-
Japanese除く
34.
-
Japaneseneeded
35.
-
Dutchwaarderen, appreciëren, dankbaar zijn voor
-
Japanese感謝
36.
-
Dutchbewegen
-
Dutchtoegeven, meegaan
37.
-
Japaneseneeded
38.
-
Dutchvergeven
39.
-
Dutchonderbrengen
40.
-
Dutchbeantwoorden
41.
-
Dutchgoedkeuren
42.
-
Japanesecheck一息つく
43.
44.
45.
46.
-
Japanese許す
47.
-
Dutchtoegeven
48.
-
Dutchcheckinleveren
49.
-
Dutchtoeschrijven, toedenken
50.
-
Japanese返す
English translator: Dutch Japanese antaa Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare