aanduiden Dutch - Japanese
1.
-
Dutchaanduiden
2.
-
Dutchmarkeren, aanduiden, optekenen
-
Japanese印をつける
3.
-
Dutchaanwijzen, aanduiden, tonen
-
Dutchuiteenzetten, aanduiden, aangeven, erop wijzen
4.
-
Dutchaanwijzen, aanduiden, wijzen op
-
Japanese示す指す指摘
5.
-
Dutchaanduiden
6.
-
Dutchaanwijzen, aanduiden, tonen
-
Dutchuiteenzetten, aanduiden, aangeven, erop wijzen
7.
-
Dutchmarkeren, aanduiden, optekenen
-
Japanese印をつける
English translator: Dutch Japanese aanduiden Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare