aanduiden Dutch - German

1.


2.

  • Dutchmarkeren, aanduiden, optekenen

  • Germanmarkieren, kennzeichnen


3.

  • Dutchaanwijzen, aanduiden, tonen


  • Dutchuiteenzetten, aanduiden, aangeven, erop wijzen


4.

  • Dutchaanwijzen, aanduiden, wijzen op

  • Germananzeigen, anweisen


5.

  • Dutchaanduiden

  • Germanpreisgeben, offenlegen, offenbaren, aufdecken


6.

  • Dutchaanwijzen, aanduiden, tonen


  • Dutchuiteenzetten, aanduiden, aangeven, erop wijzen


7.

  • Dutchmarkeren, aanduiden, optekenen

  • Germanmarkieren, kennzeichnen





English translator: Dutch German aanduiden  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare