ceder Dutch - Greek

1.


2.


3.

  • Dutchopgeven, prijsgeven, overgeven


4.


5.


6.

  • Dutchbelonen, verlenen, afstaan


  • Dutchzwichten, capituleren, overgeven


7.


8.

  • Dutchnalaten, overdragen, legateren


9.


10.

  • Dutchaftreden, uit de weg gaan, opgeven





English translator: Dutch Greek ceder  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare