ceder Dutch - Albanian

1.


2.


3.

  • Dutchopgeven, prijsgeven, overgeven


4.

  • Dutchtoegeven, zwichten (voor de verleiding)


5.

  • Dutchbelonen, verlenen, afstaan


  • Dutchzwichten, capituleren, overgeven


6.


7.

  • Dutchnalaten, overdragen, legateren


8.


9.

  • Dutchaftreden, uit de weg gaan, opgeven





English translator: Dutch Albanian ceder  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare