spielen Dutch - Galician
1.
-
Dutcheen solo spelen
2.
-
Dutchsamentrekken
3.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Galicianactuar
-
Dutchgedragen, optreden
-
Galicianportar
4.
-
Dutchspelen
-
Galicianxogar
-
Dutchspelen, bespelen
-
Galiciantocar
-
Dutchspelen
-
Galiciantocar
-
Dutchoptreden
-
Dutchspelen, meespelen
-
Galicianxogar
-
Dutchspelen, afspelen
5.
-
Dutchgokken
-
Dutchgokken, kansspelen bedrijven
6.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Galicianactuar
-
Dutchgedragen, optreden
-
Galicianportar
7.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Galicianactuar
-
Dutchgedragen, optreden
-
Galicianportar
8.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Galicianactuar
-
Dutchgedragen, optreden
-
Galicianportar
9.
-
Dutchvalsspelen
10.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Galicianactuar
-
Dutchgedragen, optreden
-
Galicianportar
English translator: Dutch Galician spielen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare