spielen Dutch - Czech
1.
-
Dutcheen solo spelen
2.
-
Dutchsamentrekken
3.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Dutchgedragen, optreden
4.
-
Czechhrát
-
Dutchspelen
-
Dutchspelen, bespelen
-
Czechhrát
-
Dutchspelen
-
Czechhrát
-
Dutchoptreden
-
Czechhrát
-
Dutchspelen, meespelen
-
Czechhrát
-
Dutchspelen, afspelen
5.
6.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Dutchgedragen, optreden
7.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Dutchgedragen, optreden
8.
-
Czechhrát si
9.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Dutchgedragen, optreden
10.
-
Dutchvalsspelen
11.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Dutchgedragen, optreden
English translator: Dutch Czech spielen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare