pois Dutch - Galician
1.
-
Dutchontgroeien, (Archaic) ontwassen
2.
-
Dutchvan ... afgaan
-
Dutchuit ... stappen, afstappen van ...
3.
-
Dutchweggooien
4.
5.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
6.
-
Dutchverdraaid, verwrongen
-
Dutchwegdraaien, zich
7.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
8.
-
Dutchuitschakelen, deactiveren
9.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
10.
-
Dutchomdat, dewijl, want, vermits, daar
11.
-
Dutchuitsluiten, precluderen
12.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
13.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
14.
-
Dutchkikkererwt
-
Dutchkikkererwt, keker, kekererwt, Spaanse erwt, kreukerwt
15.
-
Dutchstrippen
16.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
17.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
18.
-
Dutchneeded
19.
-
Dutchweggaan, vertrekken
20.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
21.
-
Dutchnadien, achtera
22.
-
Dutchwerpen, neergooien, afweren, afwerpen
23.
24.
-
Dutchontdaan, geschokt, van streek, overstuur
-
Dutchvan zijn stuk brengen, overstuur maken, verontrusten
25.
-
Dutchweggeven
26.
-
Dutchuitsluiten
27.
-
Dutchverwerpen, afwijzen, verbannen
28.
-
Dutchuithalen
29.
-
Dutcherwt
-
Galicianchícharoervello
-
Dutcherwt
30.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
31.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
32.
33.
-
Dutchaangezien, omdat
34.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
35.
-
Dutchverwerpen, afdanken, afleggen, opzijzetten
36.
-
Dutchuitzetten
37.
-
Dutchontslapen
38.
-
Dutchuitzetten
39.
-
Dutchverwerpen
English translator: Dutch Galician pois Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare