pois Dutch - Belarusian
1.
-
Dutchontgroeien, (Archaic) ontwassen
2.
-
Belarusianпрэч
3.
-
Dutchvan ... afgaan
-
Dutchuit ... stappen, afstappen van ...
4.
-
Dutchweggooien
5.
6.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
7.
-
Dutchverdraaid, verwrongen
-
Dutchwegdraaien, zich
8.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
9.
-
Belarusianпрэч
10.
-
Dutchuitschakelen, deactiveren
11.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
12.
-
Dutchomdat, dewijl, want, vermits, daar
13.
-
Dutchuitsluiten, precluderen
14.
-
Belarusianпрэч
15.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
16.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
17.
-
Dutchkikkererwt
-
Dutchkikkererwt, keker, kekererwt, Spaanse erwt, kreukerwt
18.
-
Dutchstrippen
19.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
20.
-
Belarusianпрэч
21.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
22.
-
Belarusianпрэч
23.
-
Dutchneeded
24.
-
Belarusianвыганя́цьвы́гнацьвысыла́ць
25.
-
Dutchweggaan, vertrekken
26.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
27.
-
Dutchnadien, achtera
28.
-
Dutchwerpen, neergooien, afweren, afwerpen
29.
30.
-
Dutchontdaan, geschokt, van streek, overstuur
-
Dutchvan zijn stuk brengen, overstuur maken, verontrusten
31.
-
Dutchweggeven
32.
-
Dutchuitsluiten
33.
-
Dutchverwerpen, afwijzen, verbannen
34.
-
Dutchuithalen
35.
36.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
37.
-
Belarusianпрэч
38.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
39.
-
Belarusianздыма́цьзняць
-
Belarusianздыма́цьзняць
40.
-
Dutchweglaten
41.
-
Dutchaangezien, omdat
42.
-
Dutchuit, weg
-
Dutchuit:
43.
-
Dutchverwerpen, afdanken, afleggen, opzijzetten
44.
-
Dutchuitzetten
45.
-
Dutchontslapen
46.
-
Belarusianвыключа́цьвы́ключыць
-
Dutchuitzetten
47.
-
Dutchverwerpen
English translator: Dutch Belarusian pois Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare