direct Dutch - Galician
1.
-
Dutchrebelleren, opstaan
2.
-
Dutchevenwijdig met/aan, parallel
3.
-
Dutchmaat(je) gn, kameraadgabber
4.
-
Dutchafstammeling
5.
-
Galiciancheckraíz
6.
-
Dutchbesturen
7.
8.
-
Dutchtoezien op, toezicht houden op, een oog(je) houden op
9.
-
Dutchontkoppeld, offline
10.
11.
12.
-
Dutchgelijkstroom
13.
-
Dutchrichting
14.
15.
-
Dutchbeheren, leiden, managen
16.
-
Dutchbehandelen, aanpakken
17.
-
Dutchpraten, spreken, overleggen
18.
-
Dutchopdracht
19.
-
Dutchscheelkijken
-
Dutchscheelkijken
20.
-
Dutchgenitief
21.
-
Dutchreferendum
22.
23.
24.
-
Dutchrecht, rechte
-
Dutchzoals het hoort
-
Dutchrechtdoor
25.
26.
-
Dutchleiden, sturen
27.
28.
-
Dutchkappen
29.
-
Dutchafbuigen, buigen, draaien, gaan
30.
-
Dutchhoofdopzichter
31.
32.
-
Dutchrecht
-
Dutchrechts, rechter-
33.
-
Dutchstraal
34.
35.
-
Dutchemotieloos, zonder uitdrukking
36.
-
Dutchomleiden
37.
-
Dutchconcentreren
38.
-
Dutchontwijken
39.
-
Dutchzonneschijn
40.
-
Dutchvrije trapvrijschop
41.
-
Galiciancheckraíz
42.
-
Dutchkappen
43.
44.
-
Dutchtoezien, besturen, aansturen
45.
-
Galiciancheckraíz
46.
-
Dutchrichten
47.
-
Dutchafwijkeling
-
Dutchzwerver
48.
-
Galiciantransparente
-
Dutchchecktransparant, checkdoorzichtig
49.
-
Dutchdirecteurregisseur
50.
-
Dutchdetailhandel
51.
-
Dutchdwalen
52.
53.
-
Dutchleiden, omleiden, kanaliseren
54.
-
Dutchmeteen, direct, dadelijk, ineens
55.
-
Dutchsamendrijven, drijven
56.
57.
-
Dutchdirect, onmiddellijk
-
Galicianinmediato
58.
-
Dutchkappen
59.
-
Dutchweerstand
60.
-
Dutchaanwijzen, aanduiden, wijzen op
-
Galicianindicar
61.
-
Dutcherfzonde
62.
-
Dutchinstructie
-
Dutchrichtlijn
-
Dutchrichtlijn
-
Dutchwijzend
63.
-
Dutchonovergangelijk, intransitie
-
Galicianintransitivo
64.
-
Dutchindirect
65.
-
Dutchinstructie
-
Dutchrichtlijn
-
Dutchrichtlijn
-
Dutchwijzend
66.
-
Galicianobxecto
67.
-
Dutchgeld doen circuleren
68.
69.
-
Galiciana boca de cano
70.
-
Dutchleiden
-
Dutchleiden
-
Dutchleiden naar
71.
-
Dutchonrechtstreeks,
72.
-
Dutchdirect, rechtstreeks
-
Dutchdirect, rechtuit
-
Dutchdirect, onomwonden, rechtuit
-
Dutchdirect, dadelijk, zodadelijk, meteen, zo
73.
74.
-
Dutchzijdelings (verwant)
-
Dutchneeded
75.
-
Dutchtoepassing
76.
-
Dutchverwijzen, doorverwijzen
-
Dutchverwijzen
77.
78.
-
Dutchbekogelen
-
Dutchbombarderen
-
Galiciancheckbombardear
79.
80.
-
Dutchvoorouder
81.
-
Dutchdatief
82.
-
Dutchwisselstroom
-
Dutchwisselstroom
83.
84.
-
Galiciandirecto
85.
-
Dutchmeteen, direct, onmiddellijk
86.
-
Dutchdirect
English translator: Dutch Galician direct Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare