<>

aanbevelen Dutch - French

1.


2.


3.

  • Dutchondersteunen, aanbevelen, goedkeuren, bevestigen

  • Frenchsoutenir, approuver


4.

  • Dutchaanraden, aanbevelen

  • Frenchrecommander


  • Dutchaanbevelen, voordragen


  • Dutchaanraden, aanbevelen, adviseren


  • Dutchbevelen in ... (van ...), aanbevelen, overdragen aan

  • Frenchcheckadviser, checkconseiller, checkrecommander





English translator: Dutch French aanbevelen  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare