overtreffen Dutch - Portuguese
1.
-
Dutchoverschrijden, overstijgen, overtreffen
-
Portugueseexceder
-
Dutchoverstijgen, overtreffen
2.
-
Dutchoverstijgen, overtreffen
-
Portugueseultrapassar, superar, suplantar, sobrepassar
3.
-
Dutchovertreffen
4.
-
Dutchovertreffen
-
Portugueseexcedente
5.
-
Dutchovertreffen, overvleugelen
-
Dutchovertreffen, overvleugelen
6.
-
Dutchovertreffen
-
Portuguesesuperar
7.
-
Dutchovertreffen
English translator: Dutch Portuguese overtreffen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare