aanduiden Dutch - Portuguese
1.
2.
-
Dutchmarkeren, aanduiden, optekenen
-
Portuguesemarcar, indicar
3.
-
Dutchaanwijzen, aanduiden, tonen
-
Portugueseapontar
-
Dutchuiteenzetten, aanduiden, aangeven, erop wijzen
4.
-
Dutchaanwijzen, aanduiden, wijzen op
-
Portugueseindicar
5.
6.
-
Dutchaanwijzen, aanduiden, tonen
-
Portugueseapontar
-
Dutchuiteenzetten, aanduiden, aangeven, erop wijzen
7.
-
Dutchmarkeren, aanduiden, optekenen
-
Portuguesemarcar, indicar
English translator: Dutch Portuguese aanduiden Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare