onderbreken Dutch - Italian

1.


2.

  • Dutchstoppen, afbreken, onderbreken


3.

  • Dutchstoppen, onderbreken, stil houden


4.

  • Dutchonderbreken, afbreken

  • Italianinterrompere, tagliare, celare, ricoprire


5.

  • Dutchonderbreken, hinderen

  • Italianinterrompere, impedire


6.

  • Dutchafbreken, stopzetten, afgelasten, onderbreken

  • Italiansospendere


7.





English translator: Dutch Italian onderbreken  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare