willen Dutch - Indonesian
1.
-
Dutchwensen, willen
-
Indonesianharapan, keinginan
2.
-
Dutchwillen, van plan zijn
-
Dutchbetekenen, willen zeggen, bedoelen
-
Dutchbedoelen, willen zeggen
3.
-
Dutchwillen, van plan zijn
-
Dutchbetekenen, willen zeggen, bedoelen
-
Dutchbedoelen, willen zeggen
4.
-
Dutchwillen
-
Indonesianmau, hendak, ingin
5.
-
Dutchwillen, van plan zijn
-
Dutchbetekenen, willen zeggen, bedoelen
-
Dutchbedoelen, willen zeggen
6.
-
Dutchin vredesnaa, in hemelsnaa, in godsnaa
English translator: Dutch Indonesian willen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare