verzwakken Dutch - Hungarian
1.
-
Dutchverzwakken
-
Hungarianlankad
2.
-
Dutchontkrachten,verzwakken
3.
-
Dutchverzwakken
-
Hungarianlankad
4.
-
Dutchbeschadigen, verzwakken, verslechteren
5.
-
Dutchverzwakken, verslappen, verwelken qualifier
-
Hungarianhalványul, elhalványul
6.
-
Dutchondermijnen, verzwakken, aantasten
7.
-
Dutchafnemen, achteruitgaan, afzwakken, verzwakken
-
Hungariangyengül, hanyatlik
8.
-
Dutchcheckverzwakken
9.
-
Dutchafnemen, verminderen, verzwakken, luwen, bedaren
10.
-
Dutchverzwakken, verarmen
11.
-
Dutchverzwakken
12.
-
Dutchverzwakken
-
Hungarianlankad
13.
-
Dutchwegkwijnen, verzwakken
14.
-
Dutchverzwakken
-
Hungariangyengít
-
Dutchverzwakken
-
Hungariangyengül
15.
-
Dutchverzwakken
English translator: Dutch Hungarian verzwakken Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare