annuleren Dutch - Greek

1.

  • Dutchannuleren, ongeldig maken


2.

  • Dutchannuleren, aborteren, stoppen, afbreken


3.

  • Dutchterugtrekken, annuleren, afschaffen, herroepen


4.

  • Dutchterugtrekken, annuleren, herroepen


5.


6.


7.





English translator: Dutch Greek annuleren  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare