vergeven Dutch - German
1.
-
Dutchvergeven, kwijtschelden, ontheffen, ontslaan van een verplichting
-
Germanentbinden, befreien, entlassen
-
Dutchvrijspreken, vergeven
-
Germanfreisprechen
-
Dutchvergeven, absolveren
-
Germanfreisprechen, lossprechen, absolvieren
2.
3.
-
Dutchvergeven, excuseren
-
Germanentschuldigen, verzeihen
4.
-
Dutchvergeven
-
Germanvergeben, verzeihen, entschuldigen
English translator: Dutch German vergeven Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare