boven Dutch - German
1.
-
Germanvorziehen, bevorzugen, präferieren
2.
-
Dutchopduiken, boven water komen, aan de oppervlakte brengen
3.
-
Dutchboven de wet
-
Germanüber dem Gesetz
4.
-
Dutchbovenop
-
Dutchboven, hoger dan
-
Germanüber
-
Dutchbovendien, daarenboven
-
Dutchboven, hierboven
-
Germanhöher, oben, darüber
-
Dutchbovenstaand, eerder genoemd, bovenvermeld
5.
-
Dutch(naar) boven komen, naar buiten komen, zich vertonen, zich voordoen, blijken
-
Germanentstehend
6.
-
Dutchboven
-
Germantreppau, oben, nach oben qualifier
English translator: Dutch German boven Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare