noch Dutch - Afrikaans
1.
-
Dutchnoch
2.
-
Dutchnog een
3.
-
Dutchherdoen
4.
-
Dutchop de koop toe, bovenop
5.
-
Dutchwedero
6.
7.
8.
9.
-
Afrikaansweer, alweer
-
Dutchopnieuw, nogmaals, weer, alweer, wedero
-
Dutchook al weer
10.
-
Dutchzwartwerken
11.
12.
13.
-
Dutchverdomme
14.
-
Dutchnog, al
-
Dutchnog, nog steeds
-
Dutchnog
15.
-
Dutchnoch X noch Y, X noch Y
16.
-
Afrikaansvoorwaarts, voort
17.
-
Dutchverdomme!, godverdomme!
18.
-
Afrikaansvoorwaarts, voort
19.
-
Dutchanders nog iets
20.
-
Dutchnog niet
English translator: Dutch Afrikaans noch Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare