fare Turkish - Dutch
1.
2.
-
Dutchoregano
-
Turkishfare kulağı
3.
-
Dutchafmaken, met de grond gelijk maken
-
Turkishyola çıkmak
4.
-
Dutcheen solo spelen
5.
-
Dutchspellen
-
Turkishharflerini söylemek
6.
-
Dutchsikkeneurig zijn
-
Turkishküsmek, darılmak, gücenmek
7.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Dutchgedragen, optreden
8.
-
Dutchin blokjes snijden
-
Turkishküp şekil
9.
10.
-
Dutchtoilet, badkamer
-
Turkishtuvalet
11.
-
Dutchratrioolrat
-
Turkishglosstr
12.
-
Turkishosurmak
13.
-
Dutchopletten
14.
-
Dutch(het) verknallen
15.
16.
-
Dutchaan
-
Dutchverwijzen naar
17.
-
Dutch#Dutchnl
18.
-
Dutchvrijen, de liefde bedrijven
19.
-
Dutchbedriegen qualifier
20.
-
Dutch#Dutchnl
21.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Dutchgedragen, optreden
22.
-
Dutcheen buiging maken, zich buigen
23.
-
Dutchmaken
24.
-
Dutchstrippen
-
Turkishstriptiz yapmak
25.
-
Dutchfloreren, opbloeien
26.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Dutchgedragen, optreden
27.
-
Dutchverschroeien
28.
-
Dutchpendelen
29.
-
Dutchzich aanstellen, pronken met
-
Turkishhava atmak
30.
-
Dutchoppakken, bij de lurven pakken, vatten
-
Dutcharrestatie
31.
-
Dutchmaken
32.
-
Dutchdoen barsten
-
Turkishpatlatmak
33.
-
Turkishidare etmek
34.
-
Dutchde afwas doen, afwassen
35.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Dutchgedragen, optreden
36.
37.
-
Dutchlandloperdakloze
-
Dutchbietsen, aftroggelen
38.
39.
-
Dutchbieden
40.
41.
-
Dutchschaduwen
42.
-
Dutchbeter maken, verbeteren
-
Turkishdüzeltmek
43.
44.
-
Dutchbabysitten, kinderen passen#Dutch
45.
-
Dutchvertrouwen
46.
-
Dutchcheckliften, qualifiernl
-
Turkishotostop çekmek
47.
-
Dutchzwijgen, stilvallen
-
Turkishsusmak
48.
-
Dutchcheckpijn doen, checkzeer doen
-
Turkishağrımak, acımak
49.
-
Dutchzich aanstellen, pronken met
-
Turkishhava atmak
50.
-
Dutchbedriegen, in de maling nemen
51.
-
Dutchsurfen
-
Turkishsörf yapmak
52.
-
Dutchvleien
53.
-
Dutchplunderen
-
Turkishyağmalamak, talan etmek
54.
-
Dutchaftrekken
55.
-
Dutchspotten
56.
-
Dutchvergeten
57.
-
Dutchvoeden, voeren
-
Turkishbeslemek
58.
-
Dutchaanklagen
59.
-
Dutchtoilet, badkamer
-
Turkishtuvalet
60.
-
Dutchrekenen op
61.
-
Dutchin staat (de
-
Dutchcompetent, in
62.
-
Dutchkalmeren,in slaap wiegen
63.
-
Dutchgevaar
64.
-
Dutchafgaan, floppen
65.
-
Dutchklote zijn
-
Turkishberbat olmak
66.
-
Dutchnijgen
67.
-
Dutchgrand écart
-
Turkishsplit
68.
-
Dutchverwijzen
69.
70.
-
Dutch#Dutchnl
71.
-
Dutcharmworstelen
72.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Dutchgedragen, optreden
73.
-
Dutchbieden
74.
-
Dutchrechtsomkeert maken
-
Dutcheen totale ommekeer uitvoeren, het roer omgooien, zijn standpunt totaal wijzigen
75.
-
Dutchvan een mug een olifant maken, (Flanders also) van een muis een olifant maken
-
Turkishpireyi deve yapmak
76.
-
Dutchplunderen, brandschatten
-
Turkishyağmalamak, talan etmek
77.
-
Dutchopspringen, opschrikken
78.
-
Dutchkoud maken
79.
-
Dutchplassen, pipi
-
Turkishçiş yapma, işeme
80.
-
Dutchovertreffen
81.
-
Dutchvervangen
82.
83.
84.
85.
-
Dutchopletten
86.
-
Dutchzich terugtrekken
87.
-
Dutchseks hebben
-
Turkishseks yapmak, sikişmek
88.
-
Dutchvuurtoren
-
Turkishfener, fener kulesi, deniz feneri
English translator: Turkish Dutch fare Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare