игра́ Polish - Dutch

1.

  • Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)

  • Polishgrać


2.


3.

  • Dutchgok

  • Polishhazard


  • Dutchgokken, kansspelen bedrijven


4.


5.


6.


7.


8.

  • Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)

  • Polishgrać


9.


10.

  • Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)

  • Polishgrać


11.


12.


13.


14.

  • Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)

  • Polishgrać


15.


16.


17.

  • Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)

  • Polishgrać


18.

  • Dutchbowls, koersbal


19.


20.


21.





English translator: Polish Dutch игра́  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare