übertreffen German - Dutch
1.
-
Dutchslaan, overmeesteren, verslaan, overwinnen
-
Germanübertreffen
2.
-
Dutchoverstijgen, overtreffen
-
Germanübertreffen, übersteigen, überbieten, überrunden, übertrumpfen
3.
-
Dutchoverstijgen, overtreffen
-
Germanübersteigen, übertreffen
4.
-
Germanausstechen, übersteigen, übertreffen
5.
-
Dutchovertreffen, overvleugelen
-
Germanübertreffen
6.
-
Dutchslaan, overmeesteren, verslaan, overwinnen
-
Germanübertreffen
7.
-
Dutchovertreffen
-
Germanübertreffen
English translator: German Dutch übertreffen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare