absent French - Dutch

1.


2.

  • Dutchabsent, afwezig, in gedachten verdiept


3.


4.


5.

  • Dutchhij, qualifiernl

  • Frenchil (1,2)


6.


7.

  • Dutchhij, qualifiernl

  • Frenchil (1,2)


8.


9.

  • Dutchafwezig, verstrooid


10.

  • Dutchafwezig, weg, absent

  • Frenchabsent


  • Dutchafwezig, ontbrekend, niet meer voorhanden, tekort

  • Frenchabsent


  • Dutchafwezig, verstrooid, dromerig, elders met zijn gedachten

  • Frenchabsent


  • Dutchwegblijven van, zich absenteren, niet opdagen


11.


12.


13.


14.


15.


16.

  • Dutchverstrooid, afwezig, elders met zijn gedachten, er niet bij

  • Frenchdistrait





English translator: French Dutch absent  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare