vera Esperanto - Dutch
1.
-
Dutchtrouwring
-
Esperantogeedzoringo
-
Dutchtrouwring
-
Esperantogeedzoringo
2.
-
Dutchecht, waar
-
Esperantovera
-
Dutchecht
-
Esperantoaŭtenta
-
Dutchecht, echte, oprecht
-
Esperantoaŭtenta, vera
-
Dutchecht, werkelijk
-
Esperantoreala
-
Dutchecht, echte, typisch
3.
-
Esperantomeliso, oficina meliso, citrona meliso
4.
5.
-
Dutchslissen, lispenen
-
Esperantoblezi
6.
7.
-
Dutchtoch
8.
-
Dutchzijn, staan, zitten, liggen, wezen qualifier
-
Esperantoesti
-
Dutchzijn, plaatsvinden
-
Esperantookazi
9.
-
Dutchzelfde, dezelfde, hetzelfde
10.
11.
-
Dutchcheckpijn doen, checkzeer doen
12.
13.
14.
-
Dutchblijven, verblijven
-
Esperantoresti
15.
-
Dutchoprechtheid
-
Esperantovero
-
Dutchwaarheid
-
Esperantovereco
-
Dutchwaarheid
-
Esperantoveraĵo
-
Dutchwerkelijkheid
-
Dutchwaarheid
-
Esperantocheckvero
16.
-
Dutchkletsen, babbelen
17.
-
Dutchfout, verkeerd, mis
18.
-
Dutchvertrouwen
-
Esperantofido
19.
20.
-
Dutchgijzelen
21.
-
Esperantosamopinii
22.
-
Esperantoneeded
23.
-
Dutchecht, waar
-
Esperantovera
-
Dutchecht
-
Esperantoaŭtenta
-
Dutchecht, echte, oprecht
-
Esperantoaŭtenta, vera
-
Dutchecht, werkelijk
-
Esperantoreala
-
Dutchecht, echte, typisch
24.
-
Dutchpijpenstelen regenen, regenen dat het giet
English translator: Esperanto Dutch vera Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare