fazer Dutch - Thai
1.
-
Dutchinchecken
2.
-
Dutchnotuleren
3.
-
Dutchontwikkelen
4.
-
Dutchdownloaden, afladen, binnenhalen, binnenladen
-
Thaiดาวน์โหลด
5.
-
Dutchonderschatten
-
Thaiดูถูกดูแคลน
6.
7.
-
Dutchinchecken
8.
-
Dutchzich samensluiten, samenwerken
9.
-
Dutchaanmelden, inloggen
-
Thaiล็อกอิน
10.
-
Dutchmaken
11.
-
Dutch(het) verknallen
12.
-
Dutchcheckkakken poepen , checkschijten
13.
-
Dutchgrenzen aan
14.
-
Dutchplassen, urineren
15.
-
Dutchmaken
-
Dutchmaken
-
Dutchvormen
-
Dutchmaken
-
Dutchmaken
-
Dutchdoen, ertoe brengen
-
Dutchdoen, ertoe brengen
-
Dutchmaken
16.
-
Dutchschaden, beschadigen
-
Thaineeded
17.
-
Dutchstrippen
18.
-
Dutchopstoken
19.
-
Dutchpendelen
20.
-
Dutchkietelen, kriebelen
21.
-
Dutchtikken
22.
-
Dutchmaken
-
Dutchmaken
-
Dutchvormen
-
Dutchmaken
-
Dutchmaken
-
Dutchdoen, ertoe brengen
-
Dutchdoen, ertoe brengen
-
Dutchmaken
23.
-
Dutchdoor de vingers zien
24.
-
Dutchhaken
25.
-
Dutchknopen, aaneenknopen, dichtknopen
26.
-
Dutchzwartwerken
27.
-
Dutchkloppen, zinvol zijn, betekenisvol zijn
-
Dutchkloppen, zinvol zijn, betekenisvol zijn
28.
29.
-
Dutchjongeleren
30.
-
Dutchhersenspoelen
-
Thaiล้างสมอง
31.
-
Dutchuploaden
32.
33.
-
Dutchveroorzaken
34.
-
Dutchinventariseren
35.
-
Dutchfronsen
36.
-
Dutchaanmelden, inloggen
-
Thaiล็อกอิน
37.
-
Dutchpruilen, de lippen tuiten
38.
-
Dutchhet bed opmaken
39.
-
Dutchknielen, zich
40.
-
Dutchvan een mug een olifant maken, (Flanders also) van een muis een olifant maken
41.
-
Dutchplassen, pipi
42.
-
Dutchlaten verdwijnen
43.
44.
-
Dutchseks hebben
English translator: Dutch Thai fazer Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare