werpen Dutch - Spanish
1.
-
Dutchgooien, werpen
-
Spanishechar, lanzar
2.
-
Dutchlozen, overboord werpen
-
Spanishechar mercancías al mar, deslastrar, soltar lastre
3.
4.
5.
-
Dutchslingeren, werpen, ophangen
-
Spanishtirar, lanzar, arrojar
6.
-
Dutchteraarde werpen
7.
-
Dutchwerpen, gooien, qualifiernl
-
Dutchwerpen, neergooien, afweren, afwerpen
8.
-
Dutchparels voor de zwijnen, paarlen voor de zwijnen werpen
-
Spanishechar perlas a los cerdos, dar margaritas a los cerdos qualifier
9.
10.
-
Dutchwerpen, gooien, smijten, lanceren
-
Spanishlanzar
11.
-
Dutchwerpen, gooien, smijten
-
Spanishlanzar, tirar, arrojar
-
Dutchafwerpen
12.
-
Dutchgooien, werpen, weggooien
-
Spanishlanzar
English translator: Dutch Spanish werpen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare