vormen Dutch - Spanish
1.
-
Dutchvormen
-
Spanishconstituir
2.
-
Dutcheen abces vormen
-
Spanishabsceder
3.
-
Dutcheen tapijt vormen, bedekken (met)
-
Spanishcheckalfombrar
4.
-
Dutchtot een kubus vormen
5.
-
Dutchvormen, vormgeven
-
Spanishformar
6.
7.
-
Dutchuitmaken, vormen
8.
-
Dutchvormen, modelleren, boetseren,
-
Spanishtallar
9.
10.
-
Dutchcheckzich groeperen, checkzich verenigen, checksamengaan, checkeen club vormen
-
Spanishagrupar qualifier
11.
-
Dutchcheckzich groeperen, checkzich verenigen, checksamengaan, checkeen club vormen
-
Spanishagrupar qualifier
12.
-
Dutchcheckopwegen tegen, checkeen tegengewicht vormen voor
-
Spanishcontrabalancear
-
Dutchcheckopwegen tegen, checkeen tegenkracht vormen voor
13.
-
Dutchvormen
-
Spanishmoldear, modelar, formar
14.
-
Dutchcheckzich groeperen, checkzich verenigen, checksamengaan, checkeen club vormen
-
Spanishagrupar qualifier
15.
-
Dutchcheckzich groeperen, checkzich verenigen, checksamengaan, checkeen club vormen
-
Spanishagrupar qualifier
English translator: Dutch Spanish vormen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare