zeker Dutch - Slovene

1.

  • Dutchzeker, zeker weten, zonder twijfel

  • Slovenedefinitivno, zagotovo, nedvomno


2.

  • Dutchzeker, zeker weten


3.

  • Dutchzeker niet, in geen geval


4.

  • Dutchabsoluut, werkelijk, echt, beslist, zeker, ontegenzeglijk


5.


6.


7.

  • Dutchzeker, vast, zeker weten


8.


9.

  • Dutchbeslist, voorzeker, zeker, waarlijk


  • Dutchbeslist, voorzeker, zeker, en o





English translator: Dutch Slovene zeker  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare