draaien Dutch - Slovene
1.
-
Dutchdraaien
-
Dutchdoen draaien
-
Dutchcheckspinnen, checkdraaien, checktollen
-
Dutchdraaien
2.
-
Dutchcheckdraaien
3.
4.
-
Dutchafbuigen, buigen, draaien, gaan
5.
6.
-
Dutchomkeren, draaien
-
Dutchomwentelen, draaien
7.
-
Dutchdraaien
8.
-
Dutchtrekken, draaien, knijpen
9.
-
Dutchkronkelen, draaien, vervormen
10.
-
Dutchrond de pot draaien
11.
English translator: Dutch Slovene draaien Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare