aanpassen Dutch - Romanian
1.
-
Dutchaanpassen
2.
-
Dutchaanpassen
3.
4.
-
Dutchaanpassen, instellen
-
Romanianfixa, poziționa, regla
5.
-
Dutchaanpassen
6.
-
Dutchveranderen, zich aanpassen
-
Romanianschimba, transforma
-
Dutchveranderen, aanpassen
-
Romanianschimba, modifica
7.
-
Dutchaanpassen, verstellen
-
Romanianajusta, potrivi, regla
-
Dutchaanpassen, herzien, verbeteren
8.
-
Dutchaanpassen, instellen
-
Romanianfixa, poziționa, regla
9.
-
Dutchzich aanpassen
10.
-
Dutchverbeteren, corrigeren, aanpassen
11.
-
Dutchaanpassen
12.
-
Dutchzich onderdanig
13.
-
Dutchaanpassen
14.
15.
-
Dutchaanpassen, accommoderen
16.
-
Dutchveranderen, zich aanpassen
-
Romanianschimba, transforma
-
Dutchveranderen, aanpassen
-
Romanianschimba, modifica
English translator: Dutch Romanian aanpassen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare