vrijspreken Dutch - Norwegian

1.

  • Dutchontheven, vrijspreken


2.


3.

  • Dutchvrijspreken, vergeven

  • Norwegianfrikjenne


4.

  • Dutchvrijspreken


  • Dutchvrijspreken, kwijtschelden, verlossen


5.

  • Dutchvrijspreken, blaam zuiveren





English translator: Dutch Norwegian vrijspreken  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare