stijgen Dutch - Norwegian

1.

  • Dutchrijzen, opstijgen


  • Dutchstijgen


  • Dutchcheckrijzen, checkstijgen, checkopstijgen


  • Dutchrijzen, oprijzen, stijgen, opstijgen

  • Norwegianrisa


2.

  • Dutchstijgen, opgaan, opvaren


  • Dutchopstijgen


3.





English translator: Dutch Norwegian stijgen  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare