geboren Dutch - Norwegian
1.
2.
-
Dutchmoeder-, geboorte-, aangeboren
-
Dutchoorspronkelijk, ingeboren, inheems, geboren en getogen
-
Dutchautochtoon
3.
-
Dutchgeaborteerd, voortijdig geboren
English translator: Dutch Norwegian geboren Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare