belangrijk Dutch - Norwegian
1.
-
Dutchbelangrijk
-
Norwegianalvorlig, betydelig, viktig
2.
-
Dutchhoofd-, voornaam
-
Norwegianhoved-
3.
-
Dutchessentieel, onontbeerlijk, wezenlijk, belangrijk
4.
-
Dutchcheckbelangrijk
5.
-
Dutchinvloedrijk, belangrijk
6.
-
Dutchbelangrijk zijn, er toe doen
7.
-
Dutchcheckbelangrijk
8.
-
Dutchnou en?, lekker belangrijk, boeiend
9.
-
Dutchcheckbelangrijk
English translator: Dutch Norwegian belangrijk Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare