beetje Dutch - Norwegian
1.
-
Dutchonbelangrijke hoeveelheid, kluts, aalmoes, een beetje
2.
-
Dutchbeetje
3.
-
Dutchbeetje, hapje (of food)
-
Norwegianbit
4.
-
Dutchbeetje, hapje (of food)
-
Norwegianbit
5.
-
Dutchkom op, vlug een beetje!, kom aan
6.
-
Dutchbeetje, hapje (of food)
-
Norwegianbit
7.
-
Dutchhandvol
8.
-
Dutchietwat, een beetje, enigszins
-
Norwegiannoen lunde
9.
-
Dutchvlug een beetje!
10.
-
Dutchbeetje
English translator: Dutch Norwegian beetje Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare