toezicht Dutch - Italian

1.


2.

  • Dutchtoezien op, toezicht houden op, een oog(je) houden op


3.

  • Dutchtoezichthouder


  • Dutchcontroleren, surveilleren, toezicht houden

  • Italianmonitorare, supervisionare


4.

  • Dutchcontroleren, toezicht houden, volgen

  • Italianmonitoraggio


5.





English translator: Dutch Italian toezicht  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare