scisco Dutch - Icelandic
1.
-
Dutchaanvaarden, accepteren
-
Dutchaanvaarden, accepteren
-
Dutchontvangen, aannemen
2.
-
Dutchleren
-
Icelandiclæra, nema
-
Dutchervaren, vernemen, te weten komen, op de hoogte gesteld worden
3.
-
Dutchbeschikken, bepalen, vaststellen
-
Dutchbenoemen
4.
-
Dutchondervragen
-
Icelandicspyrja, fregna qualifier
-
Dutchin vraag stellen
-
Icelandicefa, draga í efa
5.
-
Dutchconstateren, vaststellen
-
Icelandicganga úr skugga u, fá fullvissu u, komast eftir, komast að
6.
-
Dutchleren
-
Icelandiclæra, nema
-
Dutchervaren, vernemen, te weten komen, op de hoogte gesteld worden
7.
-
Dutchvragen
-
Icelandicspyrja, fregna
8.
-
Dutchvaststellen
9.
10.
-
Dutchinstemmen met
English translator: Dutch Icelandic scisco Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare