<>

scisco Dutch - Danish

1.

  • Danishacceptere, modtage

  • Dutchaanvaarden, accepteren


  • Danishacceptere

  • Dutchaanvaarden, accepteren


  • Dutchontvangen, aannemen


2.

  • Danishlære

  • Dutchleren


  • Danisherfare

  • Dutchervaren, vernemen, te weten komen, op de hoogte gesteld worden


3.


4.


5.

  • Dutchconstateren, vaststellen


6.

  • Danishlære

  • Dutchleren


  • Danisherfare

  • Dutchervaren, vernemen, te weten komen, op de hoogte gesteld worden


7.


8.


9.

  • Danishsøge, lede

  • Dutchafzoeken, doorzoeken, zoeken


  • Dutchzoeken


10.





English translator: Dutch Danish scisco  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare