stanna Dutch - Greek
1.
2.
-
Dutchblijven, achterblijven
-
Greekπαραμένω
-
Dutchblijven, resteren
3.
-
Dutchstoppen, stilstaan, halthouden
-
Greekπαύω, σταματώ
-
Dutchaanhouden, stoppen
-
Dutchverblijven, blijven, stoppen
4.
-
Dutchstoppen, stilstaan, halthouden
-
Greekπαύω, σταματώ
-
Dutchaanhouden, stoppen
-
Dutchverblijven, blijven, stoppen
5.
-
Dutchstoppen, stilstaan, halthouden
-
Greekπαύω, σταματώ
-
Dutchaanhouden, stoppen
-
Dutchverblijven, blijven, stoppen
6.
-
Dutchblijven, verblijven
-
Greekμένω
7.
-
Greekστρίβω (strívo)
English translator: Dutch Greek stanna Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare