afspraak Dutch - Greek
1.
-
Dutchafspraak, overeenkomst, goedkeuring
-
Greekσυμφωνία
2.
-
Dutchsamenkomstraakpunt
-
Dutchcheckafspraak
-
Dutchcheckvergadering
3.
-
Dutchvoorbereiding, afspraak, akkoord, regeling
4.
-
Dutchafspraakje
-
Greekσυνάντηση
-
Dutchafspraakje
5.
-
Dutchafspraakje
-
Greekσυνάντηση
-
Dutchafspraakje
6.
7.
-
Dutchsamenkomstraakpunt
-
Dutchcheckafspraak
-
Dutchcheckvergadering
8.
-
Dutchrendez-vous, afspraak,
-
Greekσυνάντηση
English translator: Dutch Greek afspraak Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare