<>

behalve Dutch - German

1.

  • Dutchbehalve

  • Germanaußer


  • Dutchbehalve dat, daarnaast, daarbuiten


2.

  • Dutchbehalve, zonder, uitgezonderd, in afwezigheid van


3.

  • Dutchbehalve

  • Germanaußer, aber als (only after negative sentences)


4.

  • Dutchafgezien van, behalve

  • Germanansonsten, sonst


5.

  • Dutchbehalve, uitgezonderd

  • Germanaußer





English translator: Dutch German behalve  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare