pardon Dutch - Faroese
1.
-
Dutchpardon
2.
-
Dutchniet-schuldig verklaren, kwijtschelden qualifier
3.
-
Dutchgratiëren
4.
-
Dutchsorry, het spijt me, pardon, excuseer
-
Dutchpardon?, wat zegt u, wat zeg je
5.
-
Dutchaflaat
6.
-
Dutchmildheidclementie
7.
-
Dutchvergeven, excuseren
8.
-
Dutchvergeven
9.
-
Dutchsimonie,handel in geestelijke ambten/privileges
10.
-
Dutchpardon, wablie, excuseer
-
Faroeseha?
-
Dutchpardon, excuseer
-
Faroeseorsaka
-
Dutchpardon, excuseer, excuseert u mij
-
Faroeseorsaka
-
Dutchpardon, excuseer, excuseert u mij
-
Faroeseorsaka
English translator: Dutch Faroese pardon Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare