zelfverzekerd Dutch - English
1.
Englishself-confident
-
Englishconfident in one's abilities
-
Dutchzelfverzekerd
2.
Englishoverweening
-
Englishover-confident
-
Dutchzelfverzekerd, arrogant
3.
Englishperemptory
-
Englishimperious, dictatorial
-
Dutchcheckontegensprekelijk, checkzelfverzekerd, checkdogmatisch
4.
Englishself-confidence
-
Dutchzelfvertrouwen, zelfverzekerd
Englishself-confidence
-
Dutchzelfvertrouwen, zelfverzekerdheid
English translator: Dutch English zelfverzekerd Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare