twijfelen Dutch - Danish

1.

  • Danishtvivle, betvivle

  • Dutchtwijfelen, betwijfelen


2.


3.

  • Danishtvivle, betvivle

  • Dutchtwijfelen, betwijfelen


4.

  • Dutchtwijfelen, etteren, verergeren


5.

  • Dutchwantrouwen, twijfelen aan, betwijfelen


6.

  • Dutchtwijfelen, weifelen





English translator: Dutch Danish twijfelen  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare