halt Dutch - Catalan
1.
-
Dutchparkeren
2.
-
Catalaninterrompre
-
Dutchonderbreken
3.
4.
-
Catalanaguantar, sostenir
-
Dutchhouden, vasthouden
-
Catalancheckaconseguir, checkmantenir
5.
-
Catalanparar, aturar
-
Dutchstoppen, stilstaan, halthouden
-
Dutchaanhouden, stoppen
-
Dutchlangsgaan, stoppen
-
Catalanparada
-
Dutchhalte
6.
-
Dutchstoppen, afbreken, onderbreken
7.
-
Catalanparar, aturar
-
Dutchstoppen, stilstaan, halthouden
-
Dutchaanhouden, stoppen
-
Dutchlangsgaan, stoppen
-
Catalanparada
-
Dutchhalte
8.
-
Catalanparar, aturar
-
Dutchstoppen, stilstaan, halthouden
-
Dutchaanhouden, stoppen
-
Dutchlangsgaan, stoppen
-
Catalanparada
-
Dutchhalte
9.
-
Catalanquimioteràpia
10.
-
Dutchzwijgen, stilvallen
-
Dutchhou je kop, kop dicht, hou je smoel, hou je bek
11.
-
Catalanquedar-se, restar
-
Dutchblijven, verblijven
12.
-
Dutchpauzeren
13.
-
Dutchschorsen
14.
-
Dutchstilstand
15.
-
Catalanaturada
16.
-
Dutchverstrooiïng, vermaak
17.
-
Dutchhalster
English translator: Dutch Catalan halt Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare